Merel is een vrouw met psychiatrische klachten en heeft meerdere opnames in de psychiatrie meegemaakt maar ze is niet verslagen… ze gelooft in herstel.
Opgenomen
Eerst was daar het ongeloof. Waar zit ik nu, waar ben ik beland? Er is met mij toch niets aan de hand? Ik ben immers degene die door heeft dat er veel misgaat in de wereld, ik heb toch ontdekt dat er een complot is? Wat willen ze van mij, is dit bezet gebied? Wie is vriend, wie vijand? Kun je het zien aan de kleur ogen? En ik ben hier nu al een paar dagen, wanneer kan ik weg? De zomervakantie is bijna voorbij. Ik moet weer aan het werk. Er wacht een leeg klaslokaal dat weer ingericht moet worden. Thema’s voor mijn kleuterklas moeten worden voorbereid. Dus zo snel mogelijk moet ik zien dat ik hier wegkom, van deze PAAZ. Terug naar mijn werk, het gewone leven weer in.
Maar een paar weken later werd het anders. Mijn oververhitte brein, mijn snelle denken, mijn dagen met snelle stemmingswisselingen als Jantje lacht en Jantje huilt werden stiller. Onder invloed van medicatie was ik tot stilstand gekomen. Compleet afgevlakt, uitgeput en diep bedroefd. Hoe zou ik ooit weer voor een klas kinderen kunnen staan? Wie zou er ooit een overspannen juf terug willen hebben op school? Angst beheerste mijn denken, voor mezelf zag ik geen toekomst meer in de maatschappij.
Naar de bedrijfsarts
En toen was daar het eerste gesprek met de bedrijfsarts. Dat bezoek staat mij, nu twintig jaar later, nog helder voor ogen. “Dus u wilt weer aan het werk? Denkt u dat dat kan? U bent behoorlijk uit de bocht gevlogen mevrouwtje… “ Werken leek uitgesloten.
Toen werd het stil
De eerste maanden daarna waren donker, ik kon geen kant op en kende voornamelijk depressieve gevoelens, voelde me uitgerangeerd, was ontslagen van de PAAZ maar kon geen kant op en wachtte op een therapie.
Licht in de lucht
In het voorjaar begon ik weer wat op te leven, er was plaats voor mij op een dagbehandeling. Gesprekken, bewegingstherapie en creatieve therapie waren helpend. Hulpverleners motiveerden en stimuleerden me, dachten mee en gaven me hoop op herstel.
Voorzichtig begon ik vooruit te kijken. De bedrijfsarts bleek ook welwillender om mee te denken over terugkeer naar werk dan aan het begin. Dus ging ik naar mijn school om een plan te maken om te re-integreren.
Wat zeg je erover?
Tja, wat te zeggen tegen mijn werkgever? Praten over mijn ziekte? Wat zou ik vertellen? Durven zeggen dat ik het werk weer aan zou kunnen? Iedereen wist immers dat ik op een PAAZ opgenomen was geweest. Mijn conclusie dat eerlijk zijn het beste was, maakte me angstig en erg onzeker. Zouden ze mij op school verantwoordelijkheden durven geven? Hoe zou mijn belastbaarheid in de praktijk zijn? Hoe zouden ouders er tegen aan kijken wanneer ik terug kwam? Zouden ze hun kinderen aan mij durven toevertrouwen? Wat een vragen en piekergedachten gingen om en om door mijn hoofd. Tegelijkertijd was ik ook super gemotiveerd, ik wilde graag werken en zou laten zien dat ik het aankon, alles en alles geven om het goed te doen. Maar ik was ook bang, echt heel bang om te falen. Wat als ik terug zou vallen?
Er tegenaan
Toch ging ik het gevecht aan. De eerste keer weer op school komen en de kinderen zien. Ontroerend hoe hartverwarmend hun welkom voor mij was. De collega’s onder ogen komen, wat een schaamte en machteloosheid voelde ik! Wat zouden ze over me denken? Echt, het waren enorme stappen om de school binnen te gaan. Het kostte liters energie. En ik moest veel moed verzamelen om drempels over te stappen. Maar ik ging. En de reacties vielen mee! De werkgever bood ruimte om langzaam op te bouwen. Ouders en collega’s reageerden vriendelijk en positief. Veel mensen toonden begrip!
Kleine stapjes
Langzaam heb ik het werken opgebouwd, steeds wat langere periodes naar school, steeds wat uitbreiding van taken. Van het werken met kleine groepjes kinderen naar het geven van lesjes aan de klas en vervolgens dagdelen voor de groep staan. Na een jaar nam ik mijn taak als juf weer helemaal alleen op me. Het lukte, ik werd geaccepteerd en kon weer verantwoordelijkheid voor mijn eigen groep dragen. Ik had weer plezier met de leerlingen. Ouders gaven me een kans en collega’s waren hartelijk en steunden me. Gaandeweg nam ik mijn plekje weer in.
Het vervolg
Het verhaal is nog niet uit, ik heb later na het stoppen met medicijnen ook terugval gekend. Wat een teleurstelling, wat een gevoel van falen en afgaan. Gelukkig kon ik ook toen terugkeren naar werk. Mijn eerdere ervaringen met weer opbouwen hielpen me daarbij, voorheen mocht ik immers ook opkrabbelen? Herstellen was mogelijk dat wist ik. En een kwetsbaarheid duurt vaak je leven lang. Het is een proces van opstaan ook nadat je opnieuw gevallen bent. En blijven geloven in opbouw en ontwikkeling. Daarom ging ik weer de strijd aan en gelukkig kwam ik opnieuw weer voor de klas te staan. Want ik was nog niet uitgewerkt … ?