Yvonne Jager is een vrouw van 64 die op haar 32e de diagnose ‘manisch depressief’ krijgt. Zij is er zelf altijd van overtuigd geweest dat er méér is dan pillen uit de psychiatrie. Nu weten we eindelijk waarom.

Mijn jeugd

 

Mijn jeugd lijkt heel rustig en simpel te verlopen. Dochter van een Nederlandse vader en een Duitse moeder. Geen broertjes of zusjes. Geen familie. Er is tot op één keer na – rond mijn 8e – géén contact met mijn Nederlandse familie. Mijn Duitse familie woont in de buurt van Passau (Zuid-Duitsland). Mijn Duitse opa zie ik als klein kind tweemaal. De Duitse familie nog een aantal keren tot in mijn adolescentie.

Het ‘onsociaal’ zijn, volgens de examencoördinator van de Kweekschool, maakt dat daardoor mijn liefste wens – kleuterjuf worden – niet in vervulling gaat. Heel lang heb ik gedacht dat mijn onsociaal zijn (door gebrek aan familie) aan mezelf te wijten is door mijn eigen sociale onhandigheid. Bij mijn psychologe, die mij op mijn hoogbegaafdheid testte (rond mijn 45e), werd pas duidelijk dat het gewoon ook aan mijn HSP-karakter (High Sensitiv Person) ligt.

 

Bergen en dalen

 

Mijn kennismaking met de Bipolaire stoornis in 1986 gebeurt op mijn 32e. Een indrukwekkende gebeurtenis. Gevoelsmatig valt er voor mij een bom. Ik val in honderdduizend stukken uiteen.

Ik word uiteindelijk op Lithium gezet. Maar het blijft bergje op, bergje af. Oók met medicatie. Opname hier, opname daar. De psychiatrie doet niets anders dan pillen voorschrijven. Psychotherapie is niet nodig volgens de psychiater.

Zo hobbel ik dertien jaar door. Tot ik in 2000 mijn energetisch coach tref. En een waanzinnig mooi Godsmoment beleef op de vloer van zijn centrum. Daar doe ik de cursus “Liefde en Intuïtie”. Daar weet ik dat ik eigenlijk op zoek ben naar God. Ik ontwaak aan mijn spirituele zoektocht en aan mijn hooggevoeligheid, die in 2003 – door genoemde psychologe gespecialiseerd in ‘Hoogbegaafdheid’ – gediagnosticeerd wordt.

 

Chaos

 

De chaos in mijn leven is compleet. Het boek ‘De zin van ziek zijn’ van T.Dethlefsen & R. Dahlke dat ik ergens op mijn 25e lees, wordt mijn ‘Bijbel’. Dat boek heb ik al huilend gelezen, omdat ik alles eigenlijk al ken en ‘her-ken’.

Kortgezegd, de problemen die je mentaal niet op kunt lossen, dalen in de vorm van een ziekte af in je lichaam. Iets wat de medische wereld kent als psychosomatische klachten. Alleen de psychiatrie helpt niet met problemen oplossen, zij schrijft alleen pillen voor. En maakt mijn berg met problemen alleen maar groter. Een heilloze weg dus.

Aan mij de opdracht uit te puzzelen wat bij mijn Bipolaire stoornis hoort en wat bij mijn HSP. Ik laat na een dertiental jaren de Lithium staan. Ik word echter zónder net zo goed manisch als mét. Daarom denk ik dat Lithium helemaal niet helpt.

 

Donderslag bij heldere hemel

 

Aan de spirituele kant doe ik alles om op lichamelijk (energetische) niveau het oude zeer/de stress uit mijn lichaam kwijt te raken. Doe een ademhalingscursus, aan Zen-meditatie, Tai Chi, Mindfulness, etc. Alles wat in die tijd niet ‘in’ is en als ‘alternatief’ gezien wordt en mij nog meer een buitenbeentje laat zijn. Ik ga ook mantrazingen, naar biodanza, zwemmen en elke dag een uurtje wandelen.

Extreme lichamelijke inspanning blijkt voor deze HSP’er niet goed te zijn. Ik raak daarvan ‘overprikkeld’. Jarenlang zoek ik mijn balans. Ik kan door mijn overprikkeling niet meer naar de schouwburg, uit eten, bioscoop of in trein of bus. Overgevoelig op stand 10.

In 2001 raak ik de weg kwijt (met Lithium) als blijkt dat mijn Nederlandse oma, zoals altijd beweerd werd, niet jong overleden is. Zij zou ‘misschien manisch depressief’ zijn geweest, staat in mijn vaders medisch dossier met groot vraagteken. Zij blijkt ook ooit in de psychiatrische kliniek in Bloemendaal opgenomen te zijn geweest.

Mijn wereld staat op zijn kop. Niets hebben mijn ouders daarover verteld. Mijn vader kan ik het niet meer vragen, die is zo dement als wat. Mijn moeder leeft dan al niet meer. Ik ontdek dit nieuws drie weken voor zijn overlijden. Hij wilde het blijkbaar mee het graf innemen. De psychiatrie neemt het voor kennisgeving aan. Ik word zó manisch! Voor hen geen aanleiding voor extra hulp in een andere vorm dan pillen.

 

Vallen en opstaan

 

In 2006 vertrek ik in een manische bui voor twee maanden naar Duitsland. Daar geef ik de erfenis (€ 30.000,–) van mijn vader uit. Een gedwongen opname volgt. Onder ‘dwang’ van de psychiater ga ik weer aan de Lithium.

Op mijn 50e verlies ik mijn werk als secretaresse en probeer mijn leven met vrijwilligerswerk in vullen. De achtbaan blijft doorgaan, maar ik krijg door mijn therapie bij mijn energetische therapeut wel meer kijk op mijn lichamelijke reacties die de ‘overprikkeling’ in de buitenwereld veroorzaken.

Door de rust die daardoor ontstaat in mijn leven, krijgt mijn heldervoelendheid de kans zich te ontwikkelen. Ik krijg voorspellende dromen, zie soms een Engel aan mijn bed. De synchroniciteit doet zijn intrede en langzamerhand komt er rust in mijn hoofd. Die ik ervaar in een bijzondere sessie bij mijn therapeut.

 

Heftige tijd

 

Dan breekt er vanaf 2010 een heftige tijd aan. Mijn 2e partner overlijdt aan longkanker. Ik sta nu echt alleen, zonder familie en een uitgedunde vriendenkring door al die ‘wisselende’ stemmingen.

Een zoveelste discussie met mijn psychiater over de Lithium. De maat is vol voor mij. Ik ga op zoek naar een holistische. Daar mag ik eindelijk mezelf zijn. Mét mijn boosheid op de psychiatrie, mét mijn geloof in God en mét mijn helderziende gaven. Die ik dan niet als gave, maar meer als last zie.

Na zijn pensioen kom ik bij een nieuwe psychiater, gespecialiseerd in Bipolairen, terecht en bij een nieuwe huisarts. Zij vertelt in het tweede gesprek dat ik – volgens haar – ‘verslaafd ben aan mijn eigen Lithium’ en ook aan de Vit. B12 injecties zou moeten. Er valt weer eens een bom in mijn leven. Maar klinkt ook als een bevestiging over wat ik al jaren over de Lithium vertel.

Ik kick in 8 maanden af en ga aan de injecties. Word op Olanzapine gezet. Mijn stemmingswisselingen worden helderder en milder en mijn slaappatroon heeft zich eindelijk -na jaren- hersteld. Er komt licht aan het eind van de tunnel.

Nachtrust heeft heling gebracht in een leven dat altijd maar door onrust werd getekend.

De langere termijn zal uit moeten wijzen of wij allen het bij het rechte eind hebben. Of ik het handvat gevonden heb, mezelf te kunnen reguleren. De weg voelt echter als de juiste aan en ik noem mezelf een Bipolairende HSP’er of HSP’ende Bipolair. What’s in a name?